Onlangs speelden we voor de NBSB-Beker tegen KING. In ronde 6 van de avondcompetitie spelen we thuis tegen KING A en vrijdag 16 februari stond de uitwedstrijd tegen KING B op het programma. Het is altijd maar afwachten wie er bij KING achter de borden plaats neemt.
Bert-Jan(1, wit) speelde tegen Bram van den Berg een moeizame opening, waarbij snel de dames geruild werden. Objectief was er niet veel aan de hand, maar het kostte Bert-Jan wel veel tijd. Tot overmaat van ramp ging in de overgang van het middenspel naar het eindspel een pion verloren. Bram koos ervoor om de laatste torens te ruilen en af te wikkelen naar een kansrijk ongelijke loper eindspel. Bert-Jan kon daarin zijn loper geven tegen de twee verbonden vrijpionnen en daarmee ontsnappen naar een stelling waarbij Bram alleen een randpion met loper van de verkeerde kleur overhield. Er werd meteen tot remise besloten.
½ – ½
Door een lekkage in zijn badkamer was Huub (2, zwart) wat vertraagd. Gelukkig was Thomas Kaufmann zo vriendelijk de klok van Huub niet aan te zetten. Na de opening had Huub geen enkel probleem. Wit deed een uitval met zijn paard naar g5 om f7 aan te vallen. De echte bedoeling was om met zijn fianchetto loper mijn paard op c6 te slaan en zo een pion te winnen. Huub kreeg daar mooie compensatie voor en wit koos even later het verkeerde veld voor zijn paard.
Er volgde 17. g5 18.Df5. Na 18.Pg2 komt 18. Pg4!
18. Dxf5? Later bleek dat wit na 18. Lc8! slechts een armzalige dubbelpion voor zijn stuk zou hebben.
19.Pxf5 Lc8 en Huub won een stuk. Daar kreeg wit wel (te) veel pionnen voor.
Hier bood wit remise aan. Huub had nog maar 7 minuten op de klok en de stelling was zeker niet eenvoudig te winnen. Remise dus. Duidelijk een gemiste kans.
1 – 1
Wilbert (3, wit) speelde een partij met wisselende kansen. Na de opening stond hij uitstekend, maar bleek vervolgens de thematiek van sterk veld niet goed te beheersen. In plaats van zelf aan te koersen op een sterk veld op d5, schonk hij zelf een sterk paard op e5. Toen ook no de zwarte dame de witte stelling in kwam zeilen, zag hij niets beters dan een stuk te geven voor een pion. Ruben bood vervolgens dameruil aan. Daar kreeg Wilbert nog wel een pionnetje op f7 voor, maar toen zwart gretig was en zijn gewonnen stelling bedierf door een witte centrumpion te slaan, kon wit zijn torens naar de achterste rij brengen. Daarmee werd de onontwikkelde zwarte damevleugel in de tang genomen. De tegenstander slaagde er niet in om die stukken uit de knoop te halen en uiteindelijk had Wilbert ook nog een matnetje klaarliggen.
1 – 2
Joost (4, zwart) speelde tegen Bram van de Vrande. Joost pakte de opening agressief aan en wist een stuk te veroveren. De compensatie bestond uit 2 pionnen en een verzwakte koningsvleugel bij Joost. Hij dacht dat dit wel voordelig zou zijn voor hem. Maar in het vervolg bleek dat Joost het tegenspel erg had onderschat. Joost kon met zijn stukken weinig ondernemen en de centrumpionnen van wit stoomden op. Gelukkig voor Joost koos Bram op het moment suprême een mindere voortzetting, waarna Joost eindelijk zijn stukken in het spel kon brengen en alsnog het punt kon incasseren. Een zeer gelukkige overwinning!
1 – 3
King B | De Drie Torens A | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Bram van den Berg | 2193 | - | Bert-Jan Panjoel | 1954 | ½ - ½ |
2 | Thomas Kaufmann | 1837 | - | Huub Leemans | 1976 | ½ - ½ |
3 | Ruben Hooghwerff | 1842 | - | Wilbert Kocken | 2064 | 0 - 1 |
4 | Bram van de Vrande | 1693 | - | Joost van den Bighelaar | 1966 | 0 - 1 |
1891 | 1990 | 1-3 |