Bij aankomst troffen we een gesloten Theseus aan. Gelukkig was het aangenaam wachten in het lentezonnetje. Dat gold ook voor onze bezoekers uit het verre Limburg. Na een Brabants kwartiertje werd de strijd alsnog aangebonden.

Rick (1, zwart) speelde tegen Camiel. Rick herinnerde zich voor de verandering de openingstheorie. Dit kostte echter zoveel kruim, dat er van schaken geen sprake meer was en Rick ging roemloos ten onder. 0 – 1
Arnoud (7, zwart) speelde een saaie partij. Zijn tegenstander verloor wat tempi door eerst Ld3 en Dc2 te spelen, en niet lang daarna Dd1 en Le2. Dat kan niet goed zijn, zou je zeggen. Arnoud had zelf ook wat tijd verloren: Pxg4 en daarna weer terug: Pf6. In deze onduidelijke stelling bood wit ineens remise aan. Arnoud dacht daar lang over na, en zocht naar een manier om voordeel te halen. Die vond hij niet; zijn voorsprong op de klok was inmiddels teruggelopen tot een achterstand. Vroeg in de wedstrijd koos hij toen eieren voor zijn geld: remise. ½ – 1½
Onze captain (3, zwart) kreeg een rustige opzet van zijn tegenstander te verwerken. Huub had aan het eind van de opening geen enkel probleem. Wel moest hij een keuze maken tussen korte rokade of b5. Hij koos voor de rokade, waarna wit met a4 b5 uit de stelling haalde. Huub baalde een beetje van zijn keuze, omdat hij met b5 veel ruimte op de damevleugel zou hebben gewonnen met bijbehorend initiatief. Hij kon wel e5 doorzetten, maar de stelling bleef in evenwicht en wat zetten later accepteerde hij het remiseaanbod. 1 – 2
Wilbert (6, wit) trof een oude bekende. Ed Vos heeft nog de glorietijd bij De Wolstad meegemaakt en ook het laatste treffen tussen Zuid Limburg en De Drie Torens gaf deze paring. Beide keren kwam wit goed uit de opening, maar dit keer had Wilbert deze kleur. Toen zijn brede centrum werd aangetast, volgde een klein intermezzo, waarna hij met een gedekte vrijpion op d5 en redelijk stukkenspel de eerste slag gewonnen leek te hebben. Het vervolg was echter niet duidelijk en Wilbert besloot verder druk te zetten op de damevleugel. Hij was daarmee bezig toen zwart uiteindelijk besloot tot de onvermijdelijke opstoot op de koningsvleugel. Het zwarte pionnenfront zag er dreigend uit, maar gebruikmakend van zijn extra ruimte was de witte om groepering snel genoeg. Nu was het Wilberts beurt om gat te maken in het zwarte pionnenfront, waarna de zwarte koning te weinig hulp had en mat liep. 2 – 2
Joost (2, wit) speelde tegen Marcel Frenken. Tegen het Hollands koos Joost een opstelling met de loper op g2. Zwart ontwikkelde zijn stukken naar normale velden. Toen besloot Joost een pion te offeren om mooie velden voor zijn stukken te krijgen. Helaas was dit allemaal niet goed – of eigenlijk niet – doorgerekend. Zo kun je dus niet schaken. De tegenstander van Joost speelde sterk verder en maakte de partij mooi uit. 2 – 3
Ad (4, wit) speelde tegen Bart van der Zwet. Na de opening stond het ongeveer gelijk, maar toen besloot Ad bij tegengestelde rokades (wit kort, zwart lang) wat lijnen naar zijn eigen koningsstelling te openen. Dat was niet zo’n goed idee. Zwart zette geheel volgens de regelen der kunst 2 torens op de open g-lijn, en haalde zijn dame er ook maar eens bij. De witte koning kreeg het zo benauwd dat hij aan een nogal riskante wandeling naar de damevleugel begon. In deze fase, met de witte koning in het centrum, miste zwart een paar kansen om het snel af te maken. Zoals het ging had wit er nog zonder al te veel kleerscheuren vanaf kunnen komen, als hij maar op het beslissende moment zijn mars naar de damevleugel met de zet Kd3-c2 had volbracht. Inmiddels onder enige tijdsdruk vond Ad ook in deze fase echter niet de goede zetten, en toen hij eenmaal de 40e zet had gehaald kon hij onmiddellijk opgeven. Om met Finegold te spreken: “de waarheid doet pijn!” 2 – 4

Op dit moment in de wedstrijd keken we tegen een 2 – 4 achterstand aan. Maar misschien konden we er nog een matchpunt uitslepen.

Alex (8, wit) speelde tegen Eric Jan Morren. Al snel kreeg Alex na vier zetten in de Slavische opening een gunstig voordeel qua tijd, omdat zijn tegenstander al 30 minuten had besteed. Met zijn voordeel bleef Alex snel spelen, waaruit een kleine inaccurate zet werd gespeeld, waardoor de fianchetto loper geblokkeerd zou worden door de dubbelpionnen op de E-lijn. Hij stond ook snel een pion achter en dacht dat de positie hopeloos was. Het enige wat hij had was het loper paar en een open d-lijn en hij besloot maar het beste er van te maken. Verder in de partij probeerde zwart de positie open te maken door een pionbreak te maken met f6. Alex zag dit plan en besloot zijn fianchetto loper af te ruilen met een paard dat aan de rand van het bord stond, zodat zwart 2 dubbele pionnen kreeg en een hele slechte loper, maar dat kostte Alex weer een pion. Hij stond nu 2 pionnen achter. Het spel op de koningsvleugel was dood. Het was tijd om ruimte te veroveren op de damevleugel en dat deed Alex met zijn pion op de a-lijn die naar a4-a5 ging om het paard op b6 weg te schoppen naar een heel inactief veld c8. Vanaf dat moment had zwart maar 8 minuten op zijn klok en hij moest nog 16 zetten gaan maken voor de extra 30 minuten, daardoor maakte zwart heel veel fouten in het eindspel en kwamen de stukken van Alex binnen. Alex won nu 2 pionnen en ruilde alles af naar een eindspel, waarbij beide kanten 1 toren hadden. Alex won dit eindspel vlekkeloos door zijn 2 verbonden vrijpionnen ie uiteindelijk de zwarte koning mat zette. 3 – 4
Jan (5, zwart) speelde tegen een zeer solide spelende tegenstander. Op een bepaald moment in de partij had Jan met een kleine combinatie strategisch voordeel kunnen behalen maar dat overzag hij. Na een slimme torenzet in het middenspel verkreeg zijn tegenstander echter een licht initiatief. Nadat Jan ook nog een ernstige zetfout had gemaakt door foutief een pion te offeren op de damevleugel, leek de wedstrijd beslist. Echter nam de tegenstander het geschenk niet aan en wikkelde af na een remise toreneindspel met ieder een toren en 4 pionnen. Jan dacht wat praktische kansjes te hebben in dat eindspel maar de engines geven daar toch echt in alle varianten volledig gelijk spel aan. Een wedstrijd waarin zijn tegenstander en Jan een goede opening en eindspel hebben gespeeld maar een matig middenspel. Remise wass geen wenselijk maar wel een zeer terecht resultaat omdat beiden de geboden kansjes niet hebben benut. 3½ – 4½

Achteraf had er misschien iets meer ingezeten. Begin april kunnen we revanche nemen op de Limburgers. We spelen dan in Klimmen tegen het derde team.