Vorig seizoen speelde we twee keer tegen Zuid Limburg. We verloren thuis van het vierde en wonnen van het derde. Dit seizoen mogen we weer tegen het derde en later tegen het tweede! Sommige van onze tegenstanders waren dus geen onbekenden voor ons.
Alex (6, wit) zijn tegenstander nam het offer in het Dame-gambiet aan. Alex maakte een gewaagde keuze om zijn pionnenstructuur te ruineren voor aanval op de zwarte koningsvleugel. Door een briljante verdediging door zijn tegenstander ging Alex heel hard op de rem tijdens het aanvallen, waardoor zijn tegenstander een dubbele aanval kreeg die Alex niet kon stoppen. 5 zetten later had Alex opgegeven, omdat er te veel druk op zijn stelling lag.
0 – 1
Ad (3, zwart) speelde tegen Tom Vrouenraets. Na de opening werd er door beide partijen druk gemanoeuvreerd zonder de directe confrontatie aan te gaan. Wit had wel meer ruimte, en daarmee een klein voordeel. Het interessantste aan de partij is wat er niet op het bord kwam. Dit is de stelling na 20. Lxc5 van wit.
Hier bedacht Ad dat na 20 … Lxc5 21. b4 het geplande 21 … Le6 faalt op 22. Dxe6 en na fxe6 23. Td7+ trekt wit aan het langste eind. Daarom speelde hij het vreemd ogende 20 … bxc5 en na nog enkele zetten werd het remise. Na checken met de engine zag Ad echter dat Lxc5 wel had gekund omdat er voor wit een lek in de gegeven variant zit. Zie je de weerlegging van Dxe6?
½ -1 ½
Na de opening was er bij Huub (2, wit) een evenwichtige stelling ontstaan. Wel hadden de zwarte stukken op de damevleugel wat ruimtegebrek, maar de Limburger had wel druk tegen een pion op d4. Een ezel stoot zich niet vaak aan dezelfde steen, maar dat lukt onze teamcaptain zonder enig probleem regelmatig. Hij spendeerde weer te veel tijd om een goed plan te vinden.
Met nog zes minuten op de klok voor 13 zetten in een complexe stelling bood hij remise aan. Zijn tegenstander ging een ruim kwartier de stand op de andere borden inspecteren en wachtte, totdat één van zijn kompanen de winnende zet zou uitvoeren. Gelukkig voor ons gebeurde dat niet. Met nog vijf minuten resterende bedenktijd accepteerde hij het remiseaanbod.
1 – 2
Jaap (8, wit) had last van karma. Het is namelijk zo dat Jaap regelmatig tegen Wilbert een ongebruikelijke variant speelt in de interne competitie. Wilbert krijgt die variant dan prompt tegen in de externe competitie. Dat heeft het 1e team in de afgelopen jaren al wat puntjes opgeleverd. Nu echter bleek achteraf dat de tegenstander van Jaap onlangs door een clubgenoot was ondervraagd in de (toch ongebruikelijke) variant die Jaap speelt. Dat leverde een partij op waarin wit geen voordeel uit de opening had en tai-chi schaak moest spelen. Het zwarte initiatief opvangen, hier en daar een beetje meegeven om zo zwart uit evenwicht te krijgen en in het eindspel van de positionele zwaktes te profiteren. Dat eerste lukte wonderbaarlijk goed. Dat laatste niet omdat ook zwart goede zetten bleef doen. Toen de dames van het bord afgingen was alle muziek uit de stelling en omdat geen van beide spelers een verliespoging wilde wagen, werd tot remise besloten. Ook in de analyse achteraf bleek dat er niet veel meer in had gezeten.
1½ – 2½
Arnoud (5, zwart) kreeg 1. d4 tegen, en merkte dat zijn tegenstander niet heel erg thuis was in de variant die op het bord kwam. Zijn tegenstander verbruikte namelijk veel tijd, terwijl Arnoud geen moeite had om meteen een gelijke stelling te bereiken, waarin hij steeds speldenprikjes uitdeelde. Dat kostte zijn tegenstander nog meer tijd.
Arnoud had geen moeite om deze stelling uit te spelen. Op de 39e zet ging wit door zijn vlag, waarna er een wat merkwaardige conversatie plaatsvond met zijn tegenstander Jan.
Arnoud: Je tijd is op.
Jan: Ja, maar dat maakt niet uit.
Arnoud dacht dat hij bedoelde: want ik sta toch helemaal verloren. Hij noteerde daarom 0-1 op zijn notatieformulier.
Jan: Wat doe je nu?
Arnoud: Ik heb gewonnen.
Jan: Nee, we hebben al minstens 40 zetten gedaan.
Arnoud: Dat klopt niet, heb je genoteerd?
Jan: Nee, en jij?
Arnoud: Ja, ik wel: we hebben pas 38 zetten gedaan.
Jan: Dat geloof ik niet, we moeten reconstrueren.
Wat te doen? Arnoud had de wedstijdleider er bij kunnen halen om de winst te claimen. Wit is immers door zijn vlag gegaan en kon niet aantonen dat hij 40 zetten had gespeeld. Hij was daarmee in overtreding, want je bent verplicht om te (blijven) noteren, maar dat had hij dus niet gedaan. Maar goed, Joost –de wedstrijdleider- was nog aan het spelen, en Arnoud wou die hier eigenlijk niet voor storen. Omdat reconstrueren de makkelijkste oplossing was, werd de partij vervolgens op een ander bord nagespeeld en na 38 zetten stond de partijstelling op het bord. Jan was toen overtuigd en legde zich alsnog neer bij zijn nederlaag. Even later zei Jan nog dat Arnoud goed had gespeeld en Arnoud zei ook nog wat vriendelijke woorden terug, waarna de kou weer uit de lucht was.
2½ – 2½
Pieter (7 zwart) speelde een nijlpaard. Lekker wachten met je neusgaten net boven de waterspiegel. Ties Dumont probeerde het beest te bestrijden met een centrumopstoot. Dat leverde zwart een koningsaanval op! Pieter ging erg voortvarend te werk met een pionoffer en even later een stukoffer. In deze woeste stelling maken beide spelers een aantal fouten. Zwart won een dame tegen loper en toren, maar wit stond beter tot gewonnen. De stelling blijf kolkend en toen wit zijn paard buiten spel zette op a6 nam zwart het over.
De eindstelling, waarin remise werd gegeven, is iets beter voor zwart. Wit kan met Ta1 en Th1 de zaak net in evenwicht houden. Een leuke partij voor spelers en toeschouwers.
3 – 3
Joost (1, zwart) speelde tegen Ruud Lemmers. Beide spelers waren al na enkele zetten out of book en dat kostte vooral Joost veel tijd. Hij kreeg daar wel een prettige stelling voor terug waarin zijn tegenstander moeilijk kon ontwikkelen. Helaas gaf Joost zomaar een cruciale pion weg (eerst 3x gedekt, daarna nog maar 2x en dat was 1x te weinig). Daarna moest hij in de verdediging. De 40e zet werd gehaald en de witspeler leek wel in te zijn voor zetherhaling. Hij had weliswaar intussen 2 pionnen meer maar deze waren allemaal geïsoleerd en/of verdubbeld. Joost ging hier dankbaar in mee en de vrede werd getekend.
3½ -3½
Wilbert (4, wit) kwam met wat nadeel uit de opening. Zwart ontwikkelde een flinke aanval op de damevleugel waar de witte koning zich had verschanst. Lange tijd moest Wilbert zich secuur verdedigen, maar toen Ingrid Voigt een minder gevaarlijke afslag nam kon Wilbert afruilen naar een eindspel met een pionnetje meer. Uiteindelijk werd dit een eenzame randpion, die ondanks de aanwezigheid van een toren en een stuk aan beide zijden onvoldoende gewicht in de schaal wierp.
4 – 4
In december komen de sterke Limburgers op bezoek. Onze eerstvolgende wedstrijd is uit tegen Dubbelschaak ’97 in Boxtel.
De Drie Torens 1 | Zuid Limburg 3 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Joost van den Bighelaar | 1975 | - | Ruud Lemmers | 2022 | ½ - ½ |
2 | Huub Leemans | 1978 | - | Sander Bachaus | 1964 | ½ - ½ |
3 | Ad Feelders | 1987 | - | Tom Vrouenraets | 1846 | ½ - ½ |
4 | Wilbert Kocken | 2026 | - | Ingrid Voigt | 1973 | ½ - ½ |
5 | Arnoud Jansen | 1928 | - | Jan Fober | 1943 | 1 - 0 |
6 | Alex Olree | 1850 | - | Guus van den Akker | 1891 | 0 - 1 |
7 | Pieter Priems | 1750 | - | Ties Dumont | 1784 | ½ - ½ |
8 | Jaap Weel | 1894 | - | Barry Braeken | 1928 | ½ - ½ |
1924 | 1919 | 4-4 | ||||