Vorig seizoen moesten we in de tweede ronde naar Helmond. We ontsnapten ternauwernood aan een nederlaag. Dat was mede te danken aan een overwinning van Rick Zie de terugblik. Dit keer kwamen ze bij ons op bezoek. De laatste jaren treffen we elkaar regelmatig en zijn we dus geen vreemden voor elkaar.
Huub (4, wit) zat weer tegenover Johan Wuijts. Spoiler alert; ook deze partij eindigde in remise. Aan het eind van een lange variant verwisselde Huub twee zetten, waardoor zwart met een toren op d2 kon binnendringen. Huub kon dit op twee manieren beantwoorden en besteedde daar dus te veel tijd aan. En later volgde er nog meer moeilijke keuzes. Hij stond nog steeds een tikje beter, omdat zwart een slechte wit veldrige loper had tegen een sterk paard. Met nog enkele minuten voor 10 zetten bood Johan remise aan. ½ – ½
Met de onverwachte overwinning van het Snel schaakkampioenschap van De Drie Torens nog in zijn hoofd begon Jaap (7, zwart) aan de eerste normale partij in lange tijd. Tegen een jeugdspeler. Alle hens aan dek, dus! Het duurde even voordat Jaap uit de snelschaakmodus geraakte. Desondanks merkte Jaap na 6 zetten dat hij verloren stond. Hij was zijn mobiel vergeten uit te zetten! Snel uitgezet en op tafel gelegd. Zijn tegenstander was van deze manoeuvre zo onder de indruk dat hij een paar onnauwkeurige zetten speelde. Even later zag hij zich dan ook gedwongen de dame te geven voor 2 stukken. Jaap liet niet meer los en bleef sterke zetten produceren, al duurde het allemaal wat langer dan op het eerste gezicht nodig was.
Het witte tegenspel kwam niet van de grond. De vesting werd gesloopt door een kwaliteit te geven, waarna alle pionnen op de koningsvleugel opgeraapt werden. Nog wat paardenvorkjes ontwijken en dan konden de (drie!) zwarte vrijpionnen op de koningsvleugel opstomen en gaf wit op. 1½ – ½
Wilbert (1, zwart) speelde het systeem van Bart Dekker solide maar nogal langzaam tegen. Hij dreigde in omklemming te raken en brak uit op de damevleugel. Daar werd hij evenwel opgevangen door de witte stukken. Een creatief dameoffer bracht zwart nog wel het nodige tegenspel, maar uiteindelijk was de materiële overmacht van Bart te sterk. 1½ – 1½
Joost (2, wit) speelde tegen Gerard van de Kerkhof. Een benkogambiet leidde tot een ingewikkeld middenspel. Joost dacht zijn stelling beter hanteerbaar te maken door een kwaliteit te geven voor een pion. Maar de zwarte stukken kwamen hierna snel in het spel en de aanval was niet te stoppen. 1½ -2½
Danniël (8, wit) kwam tegen oud-clubgenoot John van Rooij met groot voordeel uit de opening nadat die een positionele blunder had begaan. De zwarte stukken hadden geen bewegingsruimte en bivakkeerden op de onderste rijen. Rond de twintigste zet had een stukoffer beslissend moeten zijn en dat was het ook, zij het dat het resultaat anders uitpakte dan verwacht, Danniël offerde het verkeerde stuk en liet Van Rooij nagenoeg geforceerd ontsnappen. Alle aanvallende stukken gingen van het bord en het vervolg was kansloos. 1½ -3½
Ad (3, zwart) speelde, net als vorig seizoen, tegen Hugo Faber. Hugo week als eerste af van de vorige partij door op de 4e zet zijn paard in plaats van zijn pion naar f3 te spelen. Ad was vlak na de opening druk aan het manoeuvreren met zijn stukken maar overzag daarbij een dubbele dreiging tegen f7. Loper op c4, en dan paard naar g5, dat werk. Dit kon alleen worden gepareerd door een stuk op e6 tussen te plaatsen, en na twee keer ruilen op e6 bleef zwart met een dubbelpion zitten. In een poging om tegenspel te creëren liet Ad een witte toren op d7 binnendringen, en vanaf dat moment heeft wit een zet of 15 lang op +3 en hoger gestaan. Hugo liet echter na de genadeklap uit te delen, en na de tijdnoodfase stond er ineens een eindspel op het bord waarin zwart nog kon vechten. Toen wit een matige 41e zet speelde kon Ad een eeuwig schaak mechanisme op het bord brengen en was de remise toch nog binnengesleept. 2 – 4
Uit de laatste twee partijen hadden we nog twee punten nodig om weer aan een nederlaag te ontsnappen.
Alex (6, wit) speelde tegen Pim Blijlevens. De spelers kwamen in een Hollandse verdediging, waarbij wit het centrum veroverde en zwart voor de e5 break aan het plannen was. Alex nam gelijk zijn kans, om het plan van zwart te stoppen met zijn voorwaartse zet d5, waardoor Alex zwarts e-pion kon afruilen en een mooi veld op d5 kon bemachtigen. Hij merkte al snel dat zwarts wit veldrige loper op c8 nergens heen kon, omdat Alex zijn pionnen allemaal op de witte velden stonden aan de damevleugel, terwijl zwart zijn eigen pionnen op de witte velden aan de koningsvleugel had neergezet. Alex speelde daarmee ook een positionele zet F4, om ervoor te zorgen dat zwart zijn loper niet kon activeren en de rest van de partij het best op d7 stond. Zwart realiseerde dat ook en begon de e-lijn te veroveren. De partij kon heel snel geëindigd zijn geweest, maar beide spelers besloten toch 1 toren op het bord te houden. Alex had meer ruimte aan de damesvleugel en begon een pionnen storm, maar zwart vond een hele geniale zet, die de opmars gelijk stopte, want anders was wit in vier zetten mat gezet. Op dat moment begon Alex heel veel tijd te spenderen en kleine fouten te maken, waarbij zwart de kans kreeg om de dames af te ruilen. Er ontstond een eindspel, waarbij beide kanten vier pionnen, een toren en een loper hadden. Alleen kon de wit veldrige loper van zwart nog steeds niet bewegen. Helaas had zwart een actieve toren op de 2e rij om de witte koning af te snijden en ging proberen een centrum pion van wit te veroveren, dat gaf Alex gelijk de kans om met zijn koning naar het centrum te lopen. Zijn tegenstander begon ook meer tijd te verliezen, maar ze waren bijna bij de 40ste zet. Zwart had het heel moeilijk om zijn positie intact te houden, omdat Alex besloot zijn H-pion weg te geven, zodat zwart alleen geïsoleerde pionnen kreeg. De enige loper van zwart zat nog steeds vast. Alex kreeg de kans om de loper te veroveren en in een winnend eindspel te belanden. Na 20 minuten had Alex de beste continuatie naar mat gevonden en bemachtigde hij zijn 1ste punt van het seizoen. 3 – 4
Arnoud (5, zwart) speelde tegen een oude Wolstad-bekende: Paul van Asseldonk. Hij speelde de opening een beetje slapjes, en wit kreeg licht (ruimte)voordeel. In het middenspel probeerde Arnoud zich te “bevrijden” door een loper te geven voor drie pionnen. Dat leek genoeg, maar de stelling was erg onduidelijk en voor wit speelde het makkelijker dan voor zwart. Eén pion moest Arnoud teruggeven, waarna hij in tijdnood mistte dat hij er meteen weer één terug kon winnen. Twee pionnen voor het stuk bleek niet genoeg. Hij probeerde het nog wel, en al speelde Paul het niet altijd even handig, echt fout deed ie het niet, waardoor Arnoud uiteindelijk verloor. 3 – 5
Helaas zijn we dit seizoen met een nederlaag gestart. De komende twee wedstrijden zijn erg belangrijk, omdat het op papier zwakkere tegenstanders zijn.
All-hands-on-deck!
De Drie Torens 1 | HSC Helmond 1 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Wilbert Kocken | 2035 | - | Bart Dekker | 2126 | 0 - 1 |
2 | Joost van den Bighelaar | 1985 | - | Gerard van de Kerkhof | 2044 | 0 - 1 |
3 | Ad Feelders | 1975 | - | Hugo Faber | 2032 | ½ - ½ |
4 | Huub Leemans | 1971 | - | Johan Wuijts | 1956 | ½ - ½ |
5 | Arnoud Jansen | 1943 | - | Paul van Asseldonk | 1927 | 0 - 1 |
6 | Alex Olree | 1817 | - | Pim Blijlevens | 1848 | 1 - 0 |
7 | Jaap Weel | 1884 | - | Gachatur Kazarjan | 1843 | 1 - 0 |
8 | Danniel van Boxtel | 1886 | - | John van Rooij | 1848 | 0 - 1 |
1937 | 1953 | 3 - 5 | ||||