Op zaterdag 5 april werd het tweede team kampioen in de 5e klasse. Slechts één wedstrijdpunt werd er ingeleverd dit jaar en dat gebeurde meteen in de openingswedstrijd tegen ‘t Paardje. Met de mannen uit Made bleven we het gehele seizoen in gevecht verwikkeld, maar in de laatste ronde pakten we toch de beslissende en noodzakelijke zege. Daardoor keert het team weer terug naar de 4e klasse. Dat belooft weer 9 wedstrijden hard werken in seizoen 2025/2026.
De opstelling van Baronie week licht af van wat we verwacht hadden, omdat de Bredase kopman Jo Godderij op de valreep toch kwam spelen, maar op bord 7 plaatsnam. Dan naar de partijen.

Gerrit (4, wit) haalde als eerste het punt binnen. Hij liet zijn tegenstander enigszins ontredderd achter nadat die het ene stuk na het andere zag verdwijnen.

Hier ging Gerrit verder met:
11.Pb5
(“Ik had Pxg6 willen spelen, maar mijn andere ik besliste anders.”)

11…a6??
(“Einde oefening!”)
12.Pxg6 axb5 13.Pxh8 Dxd4 14.Le3 De5 15.Lxb5 0-0-0 16.Pxf7 Dxb2 1.Lxc6
1 – 0

Gerrit ging nog een drankje bij barman Frank halen en ging op enig moment terug naar Baarle-Nassau. Enkele uren later echter zouden we elkaar weer treffen bij het Champions Dinner bij I-Pin-Ke (Keizerlijke Keuken). Niet alleen het eten was weer bijzonder smakelijk, ook de verhalen uit de oude doos van Gerrit gingen er wel in bij zijn gehoor. Ergens kwam nog een avontuur tegen Paul van der Sterren langs en warempel, de volgende passage vind ik op internet en in het boek Zwart op Wit, waar achtereenvolgens Koepreitsjik, Gerrit en Kortsnoi de tegenstanders van van der Sterren zijn:


Paul van der Sterren – Gerrit Visser  (Commentaar: Paul van der Sterren)

Stelling na de elfde zet van wit

11. .. h4
In het IBM-toernooi, twee weken eerder, zou ik niet op het idee gekomen zijn dat mijn tegenstander hier een onnozele fout zou maken. Maar in dit open toernooi, tegen een tegenstander van wie ik zonder meer verwachtte (gemakkelijk) te gaan winnen, leek dit bijna vanzelfsprekend. Zo’n gedachte is meer dan welkom in je hoofd omdat ze naadloos in je verwachtingspatroon past. Veel meer dan ‘dank je wel’ zal ik dan ook bij het uitvoeren van mijn volgende twee zetten niet gedacht hebben.

12.Pxh4? Lxe2 13.Pxf5?? Lf3!
Nou, graag gedaan”. Wit gaf het op en moest even diep ademhalen. Één van mijn kortste verliespartijen ooit.


Tsja, mijnheer van der Sterren, Lao-Tse (Oude Meester) zei het al: ”Er is geen grotere ramp dan het onderschatten van de vijand.” Maar wel fair dat u het een plaatsje in uw boek hebt gegeven. En voor Gerrit iets om trots op te zijn.

Jaap (6, wit) maakte in de opening een fout. De toren die hij op e1 had gezet moest direct weer terug naar f1. Zijn tegenstander kon vervolgens een pion winnen op c3. Hij sloeg weliswaar met zijn loper het paard, maar liet vervolgens de pion nog even staan. Jaap kreeg de tijd om zijn stukken te ontwikkelen, omdat zwart te passief speelde. Dit resulteerde in een stelling met matdreiging. Mat werd het niet, maar het gevolg was stukwinst en een uitstekende stelling. Na nog een paar zetten gaf de tegenstander op de twintigste zet op.
2 – 0

Wiktor (2, wit) combineerde deze middag snel spel met voldoende zitvlees. In het eindspel wist hij zijn voordeel steeds verder uit te bouwen. Geniet mee van Dziółko’s Complete Endgame Course.

32.Tb4?!
 Inaccuracy! Beter was Txe7.
32…Ke6 33.Tbc4 Kd6 34.Tc5 Te6 35.Kg3 Kd7 36.Kf4 f5??
Mistake! Het beste was 37…f6. Wiktor pakt het vastberaden aan:
37.Te5 Td6 38.Tb2 Ta7 39.Kg5 Tc7 40.Tb8 c5 41.Txc5 Txc5 42.dxc5 Td2 43.Tg8 Txf2 44.Txg6 f4 45.Td6+
Een niet 45.Tf6? exf3!
45…Kc7 46.exf4 Txg2+ 47.Kxh5 e3 48.Te6 e2 49.f5
 No worries.
49…Kd7 50.c6+ Kc7 51.f6 Kd8
Ook 51…Tf2 gaat zwart niet meer helpen:
52.Kg6 Tg2+ 53.Kh6 Tf2 54.Kg7 Tg2+ 55.Kf8 Th2 56.f7 Txh4 57.Ke7 Th7 58.Txe2 Kxc6 59.Ke8 Th8+ 60.f8D
Het is alsof je Silman aan het bestuderen bent.
52.Kh6 Kc7 53.f7 Tf2 54.Kg7 Tg2+ 55.Kf8
Een zwart gaf op. Hiermee kwam Wiktor op 6 uit 7 en met een TPR van 2055!
3 – 0

Ik (3, zwart) vond het zelf nodig om de spanning in de wedstrijd enigszins terug te brengen. Ik kreeg met Hennie Daniëls een oude bekende tegenover me aan het bord. Zo’n 35 jaren geleden speelden we al eens tegen elkaar in het Wit Paardje tijdens Schavo-Stukkenjagers. Een Vierpaardenspel, dat wist ik nog wel, en ik meen dat het remise werd. Opzoeken lukt niet meer want in een ijverige bui heb ik eens al mijn notatieboekjes weggegooid, behalve mijn eerste uit 1978. Stom en Spijtig! Ze lagen niet eens in de weg.
Hennie zette de partij rustig op en gebruikte veel tijd. Achteraf zei hij eigenlijk weinig fiducie in de afloop te hebben. Hij vreesde een koningsaanval niet te overleven. Ik dacht zelf ook dat ik wel wat beter stond. Op zet 18 verknalde ik de zaak:

18….c5
Op zich geen slechte zet, maar hij moet wat verderop in de partij gespeeld worden, of beter nog al op de eerste zet van de partij . Maar zeker niet nu!
18…. Pg4 of 18….The8 of 18….Kb8 was verantwoord geweest. Vanaf nu krijg ik de ene draai na de andere om de oren.
19.d5
huh, dat kan toch niet?
19…  Pxd5
Vreselijk, maar op het moment van spelen was ik me van geen kwaad bewust.
20.Pxd5
En nu zag ik wat ik had gemist.
Na 20….Dxd5 21.Dxd5 Txd5 heeft wit natuurlijk 22.Txf5 Txf5 23.Lh3 Tf8 en na 24.Tf1 verlies ik een stuk. Ik was volledig van het padje en vervolgde nog met:
20….Kb8 21.c4 Thf8? 22.Lxc5 Tfe8 23.De3 Lg6?? 24. La7+
En ik gaf op. Wat een slachting. Hennie gaat verdiend aan de leiding in onze onderlinge competitie. We gaan zien of ik dat de komende 35 jaar nog ergens gelijk kan trekken.
3 – 1

Dennis (8, wit) en zijn tegenstander Willem tastten elkaar in de opening voorzichtig af, wachtende op wie het eerste toe zou slaan. De beide koningen verbleven geduldig in het midden van het bord totdat hun heren bevonden dat het veilig was om te rokeren. Wit behield het lichte voordeel dat hij normaal geniet in de opening en kon als eerste een plan trekken. Een dame/loper duo keek naar de h6 pion, maar over typische offers kon enkel gefantaseerd worden. Een open a-lijn bood een alternatieve aanvalsroute en toen alle stukken stelling hadden genomen werd het tijd om een pion het vuile werk te laten opknappen. Toch bleef de stelling in evenwicht, totdat zwart dacht aan damewinst voor een toren en een stuk. Dat bleken echter twee stukken en een toren te zijn en in de commotie werd ook het derde stuk in gevaar gebracht. Uiteindelijk was na 32 …Dxd3 schaakmat niet meer te voorkomen.
4 – 1
De opdracht bij onderstaand diagram luidt dan ook: Wit geeft mat in 4.

Danniël (5, zwart) maakte een slechte keuze in de opening en was daardoor tot langdurige passiviteit veroordeeld. Michiel Stafleu vond geen goede aanknopingspunten en de partij kabbelde voort. In naderende tijdnood besloot Danniël geen alles-of-nietspoging te wagen, maar de stelling gesloten te houden en tijdig remise aan te bieden. Stafleu moest echter doorspelen gezien de 4-1 tussenstand, maar zag toch niets beters dan de zetten te herhalen. Danniël claimde op de juiste wijze remise door aan te geven dat dezelfde stelling voor de 3e maal op het bord zou komen. De handen werden geschud en het kampioenschap was binnen!
4½ – 1½

Koen (7, zwart) trof Jo Godderij. De man die we op bord 1 verwacht hadden. Maar Koen had daar helemaal geen weet van. Hij was anderhalf uur voor de wedstrijd nog opgetrommeld om Ad te vervangen. Het is top dat Koen steeds paraat was als de nood hoog was dit seizoen! Over de partij kan Koen het volgende melden: De partij ging de eerste helft gelijk op. Halverwege de wedstrijd hield Jo echter het loperpaar over in een vrij open stelling. Daarnaast kreeg Koen de meeste van zijn stukken niet op actieve velden. Hij kon alleen zijn dame op de helft van de tegenstander krijgen, zodat die zijn stukken achterin moest houden. Toen het hem lukte al zijn stukken op een veilige plaats te krijgen kon hij een winnende aanval opzetten. Daarmee verloor Koen zijn eerste partij dit seizoen gedurende 4 partijen. Een TPR van 1960 is uitstekend.
4½ – 2½

Bert-Jan (1, zwart) speelde naar eigen zeggen een wisselvallige partij op het hoogste bord. Hij had zich ingesteld op een ander type opening en verblunderde op zet 7 al een pion. Gelukkig zag tegenstander Arno Slagboom dat niet. Niettemin kreeg hij een veel betere stelling. Maar helaas voor hem liet hij onze teamleider ontsnappen. Zie onderstaande stelling na 32…d5.

Zwart kan geen vin verroeren en de witte koning kan ongestoord via de zwarte velden naar e5 wandelen om de partij te beslissen. BJ’s opponent dacht echter een stuk te winnen.
33.Pf7 Td7 34.Ph6+ Kh8 35.Te8 Tc7 36.Txf8+ Kg7
En er hangen nu twee witte stukken.

Wit houdt weliswaar een kleine kwaliteit over.
37.Txc8 Txc8 38.Phg4
Maar de stelling is weer in evenwicht.

38…Te8 39.Kf2 Te4
En de d-pion ging verloren. Objectief gezien is het nog steeds gelijk, maar in de praktijk bleek de toren in combinatie met de vrijpionnen sterker dan het paardenpaar. Na bijna 5 uur wist Bert-Jan het laatste punt binnen te halen.
5½ – 2½

De Drie Torens 2 De Baronie 3
1Bert-Jan Panjoel2028-Arno Slagboom18741 - 0
2Wiktor Dziólko1780-Kees Ooms18971 - 0
3Berry Brand1929-Hennie Daniels18350 - 1
4Gerrit Visser1919-Paul Boeren17431 - 0
5Danniel van Boxtel1942-Michiel Stafleu1813½ - ½
6Jaap Postuma1820-Ramon Kok18341 - 0
7Koen Gallé1796-Jo Godderij19130 - 1
8Dennis de Vroe1842-Willem van Kooten16661 - 0
1882 18225½ - 2½