Na een winterstop van bijna drie maanden toog het eerste team begin februari naar Boxtel. De heenweg was qua milieuaspecten niet optimaal; acht personen verdeeld over vier auto’s en een trein. Desondanks waren alle ruim voor 12:00 uur aanwezig. Het zijn altijd spannende wedstrijden tegen Dubbelschaak ‘97 en zo ook deze editie.
De opbouw van Jan (8, zwart) was solide maar het bleek lastig om een zwakte bij de tegenstander te forceren. Na een grote afruil kwamen ze in een gelijk toreneindspel terecht. Omdat Jan hier geen echte winstkansen had werd er tot remise besloten. ½ – ½
Joost (4, zwart) speelde tegen Niels. De dames werden snel geruild. Nadat beide spelers hun stukken hadden ontwikkeld stond wit wat beter. Er werd nog wat geruild. Toen bood Joost remise aan en dat werd aangenomen. 1 – 1
Ad (6, zwart) speelde tegen Gilion Berkelmans. Hij dacht zijn tegenstander te verrassen met een gambietvariant, maar wit speelde de goede zetten. Wit gaf de pion weer terug en behield een iets prettigere stelling. Eigenlijk was er de hele partij niet zo veel aan de hand. En toen wit op de 23e zet remise aanbood, zag Ad geen goede reden om dat te weigeren. 1½ – 1½
Arnoud (5, wit) was na 2 zetten eigenlijk al op onbekend terrein: het lukt hem wel eens om pas later out-of-book te zijn…. Er was natuurlijk niks aan de hand, en na zetverwisseling kwam hij weer in een stelling terecht die hij wel kende. Hij koos een obscure zijvariant, die leidde tot een interessante maar ook ingewikkelde stelling. Hij kon steeds druk houden en bracht een mooie truc in de stelling. Zijn tegenstander trapte erin en hij won een kwaliteit. Maar hoe stond het toen eigenlijk? Zwart had het loperpaar, een ijzersterk centrum en kon bovendien de witte koning onder vuur gaan nemen. De stukken van Arnoud stonden niet optimaal en hij zag al met al niet zo veel voordeel. Met minder dan 3 minuten op de klok (bij zet 24) bood hij remise aan. Zijn tegenstander dacht daar even over na, en accepteerde toen het aanbod. In de analyse dacht Arnoud dat hij met de schrik was vrijgekomen, want de witte stelling leek toch echt wel slecht. Thuis oordeelde Fritz echter anders, die gaf wit nog steeds een klein plusje! Het probleem met dit soort stellingen is dat computers die makkelijker spelen dan mensen, en dat meeste mensen de zwarte stukken zouden kiezen in die stelling. Zeker met zo weinig tijd op de klok is secuur spelen met de witte stukken dan erg lastig; en dat terwijl Arnoud zich nog zo had voorgenomen zijn tijd deze keer beter in te delen: volgende ronde krijgt hij daar een nieuwe kans voor. 2 – 2
Rick (3, wit) speelde tegen Michel van der Stee. In de opening werd het vrij snel vrij complex. Het zag er goed uit voor Rick. Veel ruimte gepakt en de stukken redelijk neergezet. Maar er werd niet op het juiste moment nog meer ruimte gepakt. Sterker nog na een paar bijzonder zwakke zetten stond Rick flink verloren (-9 zegt de computer) en moest de schwindel modus aan. Rick besloot zijn dame in de aanbieding te doen (wat toevallig ook de beste zet was), maar toen tot Rick’s grote verbazing de dame op het bord bleef omdat de tegenstander het mooi wilde afmaken. Stond Rick plotseling niet meer verloren en moest de tegenstander eeuwig schaak geven. Weer een mooie salonremise van de Rickert. 2½ – 2½
Danniël (7, wit) kreeg door Arjan Schuurmans een onbekend gambiet voorgeschoteld. Hij wist de compensatie mede door een onnauwkeurige zet van zijn opponent te nivelleren en behield zijn pluspion. Vervolgens slaagde Danniël er echter niet in om een goed plan te bedenken. Schuurmans kreeg een koningsaanval, maar miste daarna een listige tussenzet die hem een kwaliteit voor een pion kostte. In tijdnood liet Danniël tenslotte onbedoeld drie keer dezelfde stelling toe. Schuurmans claimde op juiste wijze en na reconstructie werd de vrede getekend. De analyse liet zien dat partijwinst ondanks de kwaliteit extra niet evident was geweest indien Danniël tijdig was afgeweken, omdat zijn koning onveilig stond en de zwarte loper erg sterk was. 3 – 3
Na zes opeenvolgende remises zaten er alleen nog spelers achter de twee topborden. Huub stond slecht en waarschijnlijk verloren. Wilbert had compensatie voor een pionnetje.
Deze middag zaten de teamleiders tegen over elkaar. Rob van Meurs speelde een (te) rustige opening, waardoor Huub (2, zwart) al vrij snel het initiatief kon nemen. Hij had de witte rokade verhinderd, waardoor de toren op h1 moeilijk in het spel kon komen. Na een onnauwkeurigheid liet Huub dame ruil toe en kon wit alsnog zijn torens in het spel betrekken. In het resterende eindspel had wit een sterke loper en actieve torens. Nadat de lopers geruild waren, bleef Huub slecht staan. Wit speelde het echter niet optimaal en Huub kon afwikkelen naar een toreneindspel met een pion minder. Even later had wit nog slechts één pion en onze teamleider kon de weg naar theoretische eindspel vinden. 3½ – 3 ½
Wilbert (1, wit) kwam met voordeel uit de opening, maar wist niet goed wat daar mee aan te vangen. Zijn plan om met een loper de zwarte damevleugel binnen te dringen werd bekwaam gecounterd. De indringer werd afgeruild en zwart kreeg nog een pion als bonus toe. Wit probeerde toen zijn paard naar een centraal veld te manoeuvreren en dankzij het feit dat zwart een gewaagde pion zet niet afstrafte, lukte dit. Wilbert had nu genoeg compensatie, maar bij het belegeren van de zwakte op de damevleugel opende de kopman van Dubbelschaak met een pionoffer een nieuw front op de koningsvleugel. Nu had zwart juist compensatie voor zijn minuspion. Onze kopman had het binnendringen van de zwarte koning en toren op die vleugel voorzien en had daarvoor een schitterend paardoffer gepland. Hij zag daarvan af vanwege een lek, maar als hij nog verder gekeken had, had hij het mooie matnet gevonden dat de Drie Torens de overwinning had gebracht. Nu resteerde echter een verloren eindspel, dat door Martien van der Meijden bekwaam werd uitgetikt. 4½ – 3 ½