Op een regenachtige zaterdag trokken zeven dappere dwergen en een magiër uit Tilborg naar het Peelland in een queeste naar het schaarse goud. Daar aangekomen lokte de vervaarlijk uitziende trollen ze naar hun schemerige koude grot om ze daar een kopje kleiner te maken. Ze hadden al hun magische krachten nodig om te overleven.

Ad (2, zwart) speelde tegen G. Kazarjan. Wit rokeerde lang en zwart kort waarna het de vraag was wie van de twee eerder zou zijn met zijn koningsaanval. Dat was Ad, maar op het moment suprême verzuimde hij toe te slaan. Dit is de stelling na 15. g5? van wit.

In plaats daarvan speelde Ad 15 … Pe8? en verloor uiteindelijk de partij.
1 – 0

Arnoud (7, wit) kreeg Frans op het bord. Het werd een partij waarin zwart in de opening al een paar minder voor de hand liggende zetten deed, maar Arnoud zelf ook. Al vroeg in de partij werden de dames geruild en Arnoud dacht ervan te kunnen profiteren dat zijn tegenstander nog niet had gerokeerd. Het stelde allemaal niet veel voor en zwart speelde gewoon Ke7 in plaats van te rokeren. Die koning stond daar veilig en het dubbel toreneindspel met allebei nog een paard dat op het bord kwam, was potremise. Er werd nog wat geprobeerd en Arnoud kreeg een vrijpion: die zorgde ervoor dat hij nooit meer hoefde te verliezen. Hij probeerde het nog wel, maar zwart kon door “niks” doen ervoor zorgen dat Arnoud geen vorderingen kon maken. Het werd dus remise: het evenwicht was nooit echt verbroken en dus een terechte uitslag.
1½ – ½

De tegenstander van Alex (8, zwart) begon met een snelle agressie op de koningsvleugel, die Alex redelijk had tegengehouden en vervolgens vermakelijk uit de opening, voordat de tegenstander een vreemde expansie aan de damesvleugel uitprobeerde, die Alex niet zag aankomen. Het leek op een blunder, waarbij zwart gebruik kon maken van alle zwaktes aan de damesvleugel, maar het bleek een super goede zet te zijn, waarbij zwart moest opletten of de dame niet totaal vast zat. Beiden spelers misten dat idee en zwart kreeg meer grip in het centrum, maar wit had een ruimte voordeel. Wit had 1 groot probleem: zijn samenwerking van stukken. Beiden torens konden niet met elkaar verbinden, 1 paard zat vast in een vervelende penning en zijn koning stond nog in het midden en kon niet meer rokeren. Als wit zijnde kon je heel moeilijk een plan samenstellen, terwijl zwart logische zetten kon spelen. Beiden spelers kwamen bij de 20ste zet met ongeveer 30 minuten op beide klokken, dus wit ging verder aanvallen op de koningsvleugel. Door op een creatieve manier ruimte te creëren voor de zwarte koning kon zwart de h-lijn gaan aanvallen met zijn eigen torens, maar het zag er heel eng uit. Door het gebrek aan tijd blunderde wit een paard. Er waren weinig aanval kansen voor wit, want zijn eigen pionnen stonden in de weg, waar de zwarte koning veilig voor stond. Uiteindelijk gaf wit op, omdat de aanval was gedoofd.
1½ – 1½

Ook voor Jaap (6, zwart) was het een partij van gemiste kansen. Zijn tegenstander speelde een variant die je heel vaak tegen krijgt bij vluggertjes op het internet, maar eigenlijk nooit in een serieuze partij achter het bord. En terecht. Jaap stond vanaf de eerste zetten al goed. Hij besloot met f6 de stelling te openen (sorry Ben) en nam daarbij het risico dat pion e6 zwak werd. Voor zijn gevoel kreeg hij dan altijd meer dan genoeg compensatie. Hij had echter niet de manier gezien waarop wit direct de pion ging winnen en ook dameruil af kon dwingen. Toch bleek de compensatie uitmuntend. Intuïtief offer of pion weggegeven en geluk gehad. Zeg het maar. Zoals het nu ging bouwde Jaap met normale ontwikkelingszetten een enorme drukstelling op. Hij won de pion terug, maar juist op dat moment vindt de computer dat Jaap een stuk moet offeren. Echter, het vervolg is niet voor mensenhersens geschikt. Nog steeds stond Jaap beter, maar hij zag niet hoe hij verder moest komen. Daarom bood wit remise aan, wat Jaap aannam. In de eindstelling blijkt Jaap echter relatief simpel een belangrijke pion te kunnen winnen. Gemiste kans dus.
2 – 2

Bij De Drie Torens hadden we van tevoren niet gerekend op Ruben Venis, aangezien hij de eerste twee rondes niet van de partij was. Dat was even slikken voor Wilbert (1, wit), maar hij koos toch voor een zeer scherpe aanpak van de verdediging van de Helmonder. Die had daar ook weer niet op gerekend en al snel ontstond een origineel en heel scherp gevecht. Venis rokeerde kort tegen de aanval van Wilbert in, die daarvoor zijn koning in het centrum moest laten, waar Venis weer gevaarlijk kwam opzetten. Steeds meer stukken werden ingezet en niemand had meer het overzicht in de ontstane heksenketel. Uiteindelijk kwam onze kopman met een kwaliteit winst uit de verwikkelingen. Hij probeerde te consolideren, maar de stelling bleef scherp. Beide koningen hielden problemen en Wilbert had onvoldoende in de gaten dat één zet voordat hij zijn matnet kon sluiten, Ruben Venis een eeuwig schaakmechanisme voltooid had.
2½ – 2½

Huub (5, wit) had na de opening meer ruimte. Hij zag geen actief plan en ruilde te veel stukken. Door een kleine onnauwkeurigheid van zijn tegenstander kon Huub de enige open lijn bezetten. Hij ging echter meteen de fout in waardoor juist zwart de c-lijn in bezit kreeg. In het resterende dame-eindspel dacht hij agressief te moeten spelen om de partij in evenwicht te houden. Hij verzwakte zijn koningsstelling, maar de Helmonder durfde daar niet van te profiteren. Hij was bang voor een witte vrijpion op de damevleugel. Met allebei nog een paar minuten op de klok voor 15 zetten accepteerde Huub het remiseaanbod.
3 – 3

De goudstaven waren tot nu toe eerlijk verdeeld, maar het zag er niet best uit. Zouden ze levend uit de krochten kunnen ontsnappen? Misschien kon de Tovenaar uit Tilborg zijn magische krachten aanroepen.

Joost (4, zwart) mocht aantreden tegen Johan Wuijts. Joost speelde een openingsvariant waarin zwart 2 stukken geeft voor 2 pionnen en een Koning die aan de wandel moet. Zijn tegenstander was ook op de hoogte van de theorie. De stelling was heel ingewikkeld en het voordeel wisselde daarna enkele keren van kant. Toen de 40e zet was gehaald bleek Wit nog een stuk meer te hebben tegen 1 pion. Joost speelde nog een aantal zetten maar Johan Wuijts schoof de stelling rustig uit.
4 – 3

Na de tijdnood voor de 40e zet stond bij Rick de volgende stelling op het bord.

Als sommige dwergen fanatieker tegen de trollen hadden gestreden, hadden we met een grotere buit huiswaarts kunnen keren. Op naar het volgende avontuur tegen de Limburgers uit Mosa Traiectum.