Hans Moors, een veelzijdig man, is op 18 mei 2022 van ons heen gegaan.
Hans werd geplaagd door verschillende kwalen. Dat was meer dan hij wilde en kon dragen om door te gaan als volwaardig mens. Na lang nadenken, overleg met zijn dierbare vrouw Heleen en artsen heeft Hans ervoor gekozen in kleine kring afscheid te nemen van het leven. Hij zag het heengaan voor zich als dit gefotografeerde zelfportret.
Zijn nalatenschap is groot, zowel fysiek als immaterieel. Een deel van zijn schaakarchief staat bij mij op zolder en helpt me nu bij het schrijven over Hans.
Wat me vooral bijstaat is dat Hans een veelzijdig man was. Niet alleen goed in statistiek, logica en schaken maar ook in Scrabble en andere creatieve woordspelletjes. Hij was een spelletjesmonster en ook een hele goede.
Hans was in 1994 Tilburgs kampioen schaken. Hij versloeg in een beslissingsmatch zijn voornaamgenoot Hans van Iersel nadat ze allebei met 7,5 uit 9 waren geëindigd. Twaalf jaar eerder was hij er al bijna, maar verloor een beslissingsmatch met César Becx.
Bij zijn club De Wolstad werd Hans, samen met César, kampioen in 1978. In 96, 97 en 01 won hij de bekercompetitie.
Waarschijnlijk was ie nog trotser op zijn (team)prestaties in de externe. In 1976 promoveerde Wolstad naar de KNSB-competitie. Hans was een van de topspelers en hij scoorde in het seizoen 77/78 in de 1e klasse 7,5 uit 9! Op de “eeuwige” ranglijst van de externe competie staat hij dan ook tweede achter Ad Mutsaers.
Ranglijsten maakte Hans zelf ook. Hij was de uitvinder van de Zwit-lijst. Zwit berekende het scoringspercentage van de spelers in de externe met Wit en Zwart. Die lijst kon je gebruiken bij de teamopstellingen!
Misschien vond Hans de teamsport vorm leuker, omdat hij daar ook een podium had voor zijn andere talenten. Hij bedacht het “Hoogkarspel” waarbij iemand een zin maakt die door de anderen moet worden voltooid met een aardrijkskundige naam op het eind. Bijvoorbeeld: Ik kon Ree in drie zetten mat geven, maar helaas liet ik de … . De aanvulling is dan “Hindelopen”. We hebben ons hiermee flink vermaakt na de wedstrijden.
Hans zat vol humor. Toen er veel te doen was over de samenstelling van het 1e team schreef hij onder het pseudoniem “Marie Schreppers-Verbiest” een satirisch stukje. Daarin schreef hij ook over zichzelf: “Mijnheer Moors, dát vind ik nou een echte gentlemen! Altijd vriendelijk en beleefd, waar vind je dat nog vandaag de dag? Bovendien loopt César wèg met hem. Jammer alleen van die baard.” Ik denk dat veel mensen onderschrijven dat Hans een gentleman was, ik zeker.
Ik kan me nog levendig herinneren dat we een jaar of 40 geleden met een groepje aan de bar zaten bij Hoogardie en dat Hans opeens vroeg: “Wat was het gelukkigste moment in je leven?”. Dat is nog eens wat anders dan Pxf7 of Ld5. Na een serieus groepsgesprek bleek voor Hans dat moment de geboorte van zijn kinderen te zijn.
Natuurlijk hoort in deze in memoriam een partij. Hans speelde met wit trouw 1. c4 Engels en met zwart 1. .. e6 Frans of Nimzo-Indisch. Over de Winawer variant van het Frans heeft hij zelf een boekje geschreven en uitgeven. Thuis voorbereiden met “De Encyclopedie” was Hans niet vreemd. Computers heeft ie nooit echt gebruikt.
De onderstaande partij uit 1981 is tegen Henk Temmink, twee keer Limburgs kampioen en Nederlands kampioen correspondentieschaak in 1980! Voorwaar een sterke tegenstander.
Als Temmink probeert een pion te behouden speelt Hans scherp op aanval en wint met een kwaliteits- en fraai dameoffer.
De laatste jaren heeft Hans niet meer geschaakt. Hij vond zijn niveau niet meer voldoende. Hij wist zich te vermaken met Scrabble toernooien bij hem thuis en het maken van Hansjes. Hansjes zijn een soort Loesjes, bijvoorbeeld: “Rutte is geen liberaal, maar een glibberaal”. Soms ging het ook over hemzelf: “Mijn gezichtsvermogen verslechtert zienderogen”.
We zullen hem missen.
Pieter Priems
Bedankt Pieter, voor deze mooie herinneringen aan Hans.
Ik wil daar graag nog een persoonlijke herinnering aan toevoegen.
Ter ere van mijn promotie aan de toenmalige Katholieke Universiteit Brabant
heeft Hans een feestlied geschreven waarin op hilarische wijze een nogal hoogdravende
stelling bij mijn proefschrift op de hak werd genomen.
Het lied werd na de verdediging in de aula van de KUB ten gehore gebracht terwijl de commissie “zich aan het beraden was”. Op de foto’s herken ik als uitvoerenden natuurlijk Hans zelf, en verder Huub Leemans, Roelant Schoots en Marc Viering.
Hans was ook een uitstekende docent (statistiek), zoals ik zelf heb mogen ervaren.