Berry (3, zwart) was het eerste klaar. Hij maakte het zichzelf onmiddellijk in de opening kansloos, door te laat het juiste plan te gaan spelen. De zet d6 was de aangewezen zet, maar had 1 of liever nog 2 zetten eerder gedaan moeten worden. Nu werd Berry geplet door Stefan.
In de opening wisselde Bert-Jan (1, zwart) wat zetten om en kwam behoorlijk onder druk te staan. Hierna ontbeerde BJ een concreet plan en zette zijn torens op ongelukkige velden. Hierdoor kon Rick met e5 de stelling openbreken. Fritz kon mijn “kwaliteitsoffer” (tegen een pion) wel waarderen en vond dat de stelling in evenwicht bleef, mede dankzij de sterke loper. In het verre eindspel had BJ misschien kansen op meer door te vertrouwen op de kracht van een opgerukte vrijpion, maar BJ vond hem er alleen maar zwak uitzien. Mede gezien de tijdnood koos BJ voor een ‘veilige afwikkeling’ naar een eindspel van K+T+2 pionnen tegen K+P+3 pionnen op één vleugel waarop Rick ook maar meteen remise aanbood. Fritz zag nog wel degelijk winstkansen voor wit en ook Dvoretsky geeft aan dat zwart het nog best wel nauwkeurig zou hebben moeten verdedigen. Niettemin was remise een terechte uitslag.
Daarmee kwam de stand op 0,5 – 1,5
Jaap (2, wit) speelde een rustige variant en won net na de opening een pion. Dat was echter niet zo erg omdat de pion niet te houden was. Echter wist hij ook positioneel voordeel te verwerven. Dat leverde een een pion die er wél toe deed. Zwart ging daarom vol voor de aanval. Jaap counterde door met zijn f pion naar voren te stormen en die op f5 te offeren en zo de zwarte stelling te verzwakken. Intussen had hij ook nog pion a7 gewonnen. Om de laatste restje van de zwarte aanval te neutraliseren wilde Jaap de dames ruilen. Dat koste echter de pion op a2. Niet getreurd. Jaap had met de verzwakte zwarte pionnen en een vrije c pion een duidelijk positionele plus en zijn tegenstander was zichtbaar aan het lijden. Zonder mededogen leidde Jaap zijn stukken naar de goede velden. Zwart probeerde zo taai mogelijk tegen te sputteren en probeerde ook zwaktes in Jaap zijn stelling te forceren. Jaap wist echter alles gedekt te houden en stukje bij beetje zijn dominantie duidelijk te maken. Toen zwart bijna helemaal weggedrukt was, gaf hij in tijdnood plotsklaps een stuk weg, waardoor het helemaal over was.
De stand was dus 1,5 – 1,5.
Pieter (4, wit) bleef nog over. Het was niet duidelijk wat we gingen doen bij een stand van 2-2, vierde bord dat afvalt of viermaal vluggeren. Winnen was de beste optie! Vanuit de opening had Pieter met wit een klein voordeel opgebouwd, dat ook snel weer verdween. Nadat het centrum, waar de zwarte koning verbleef, was opgegaan verzuimde hij een winnend pionoffer. Richard probeerde het initiatief over te nemen. Mede omdat hij heel veel tijd had verbruikt in de opening, vond hij niet de beste zetten. Pieter speelde alsnog de pion op en won in de aanval.
De buit was binnen.
De Drie Torens | Oisterwijk | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Bert-Jan Panjoel | 1968 | - | Rick van Loy | 1882 | ½ – ½ | |
2 | Jaap Weel | 1894 | - | Roel Romanesco | 1891 | 1 – 0 | |
3 | Berry Brand | 1817 | - | Stefan Hess | 1912 | 0 – 1 | |
4 | Pieter Priems | 1750 | - | Richard van Zon | 1728 | 1 – 0 | |
1857 | 1853 | 2½-1½ |