Door een matig tot slecht seizoen en diverse voor ons ongunstige uitslagen waren we al gedegradeerd. Maar een match tegen De Stukkenjagers gaat ook om de eer, dus we wilden goed voor de dag komen en hadden geen zin in weer een monsternederlaag, waardoor Stukkenjagers 4 kampioen zou worden. In het thuishonk van onze stadgenoot, waar ook hun hoogste teams speelden, leek aanvankelijk zelfs een zege op de hoger geratede tegenstander heel goed mogelijk. We lopen de partijen langs in volgorde van beëindiging.
Good-old Gerrit Visser heeft na 6 jaar stilstand het schaken weer opgepakt en maakt vanaf ronde 6 deel uit van het team. Toen miste hij, nog wat roestig, de winst maar ditmaal was hij beter bij de les. Hij schrijft: “11 jaar geleden speelden ik met VAS voor de beker tegen Bianca Muhren aan bord 1. Zij tructe mij, maar ik doorzag dat na 20 minuten. De stelling was objectief voor mij gewonnen, maar het was 10 uur avonds. En ik had dan wel de betere stelling, zij was 40 jaar jonger. Met mijn remise-aanbod ging zij direct akkoord.” Dit keer kwam Gerrit met zwart in een hem bekende opening terecht. Hij kwam goed te staan maar bedierf het naar zijn mening toch weer. Zijn opponent rook bloed en speelde vervolgens onvoorzichtig. Onze oude troef had toen een combinatie die een kwaliteit opleverde. Wit geloofde het niet en verloor daarmee een stuk. Toen vond hij het welletjes.. (0-1)
Koen Gallé is één van onze jongste spelers en mist wat ervaring. Tegen de ervaren en gehaaide Kienfong Lie-Kwie (beter bekend als “Kien”) wist hij in het begin de dreigende witte combinaties van zijn gambiet nog wel te verhinderen, maar dat kostte hem erg veel tijd en in een eindspel met zwaar materiaal ging het daardoor mis. (1-1)
Bert-Jan Panjoel kreeg met wit een mooie stelling vanuit de opening. Tegenstander Leendert Pols had een behoorlijke ontwikkelingsachterstand en probeerde dit via een schijnoffer op d4 op te lossen.
Zwart speelde in onderstaande stelling 15…Pxd4.
Er volgde 16.Pxd4 Dxc5 17.Le3! Dc7 18.Lxb5 (Pxb5 is nog veel beter, aangezien de zwarte dame geen veilige plek kan vinden op de b8-h2 diagonaal) 18…Dxe5 (18…Db7 is nog enigszins speelbaar volgens de computer) 19.Lxd7+ Kxd7 20.Da4+ Kd8 (na 20…Pc6 21.Tac1 gaat er een stuk verloren) 21.Dxa7 Dc7 (zie onderstaand diagram).
Bert-Jan won nu materiaal met 22.Pxe6+ xe6 23.Lb6 en een paar zetten later gaf zwart op. Daarmee werd de tussenstand 1-2. (in ons voordeel dus).
Elias Thijsse kwam in een voor hem onbekend gambiet met wit goed uit de opening, maar vond in het late middenspel niet het goede plan. Na de controle over de e-lijn te zijn verloren, kwam Lex Karstens met zwaar materiaal wits stelling binnen, en een blunder in moeilijke stelling leverde Elias een verloren eindspel op. (2-2)
Ad Mutsaers, nog wel zo’n 10 jaar ouder dan Gerrit, probeerde na een maandje afwezigheid de draad weer op te vatten, maar had in teamleidster Patricia de Wit een zware opponent. De witte opening leek nog wel te gaan, maar in mogelijk al iets mindere stelling offerde Ad een kwaliteit voor een gevaarlijk ogende aanval. Zwart loste de verdedigingsproblemen goed op, kreeg de controle en won eenvoudig. (3-2)
Jaap Postuma speelde met wit een interessante opening tegen een sterke tegenstander. Ze kwamen gelijkwaardig uit de opening, maar in de loop van het middenspel kwam onze man langzaam slechter te staan. Waarschijnlijk onnodig speelde hij zijn paard om naar een beter veld. Na verlies van een pion en insluiting van een loper werden zijn mogelijkheden steeds beperkter. Na een combinatie die hij over het hoofd zag, kon hij opgeven. (4-2)
Frank Schouten speelde met zwart tegen Nies Rijnders. Ze hadden nooit eerder tegen elkaar gespeeld, sterker nog, Frank kon zich niet herinneren hem eerder gezien te hebben. Ad Mutsaers vertelde dat hij ooit clubkampioen was geweest van de Wolstad. Het werd na een voor beiden bekende opening in ieder geval een spannende partij, waarin de witspeler een aanval opzette tegen de zwarte koning, vast allemaal erg thematisch en al duizenden keren gespeeld. Frank moest het heel secuur verdedigen, maar had steeds een klein voordeel (volgens Fritz dan; de spelers dachten tijdens de partij dat zwart vocht voor zijn leven), totdat hij de breekzet f6 speelde. Volgens beide spelers was dat het moment dat zwart in het voordeel kwam (Fritz vindt dat nu juist wit aan het roer komt). De partij meanderde verder en Frank voelde zich wel senang met de stelling. Na 26. Kf2 is hij met voordeel aan zet. Wat zou jij doen?
Zou je de pion nemen met 26…..Pxf4 (-0.8) of de e-lijn plomberen met 26…. Pe3 (-0.3)? Frank koos voor het laatste. Maar na een grafzet op zet 28 en later nog één kon hij 10 zetten later opgeven. Hiermee werd de tussenstand 5-2 in ons nadeel.
Danniël van Boxtel kreeg een creatieve en zeer degelijke bestrijdingswijze van zijn gambiet voorgeschoteld. Ron de Veen speelde de eerste twaalf zetten nagenoeg a tempo en wist precies wat hij deed. Danniël ging op zoek naar activiteit, maar hij rekende niet diep genoeg en hield een positionele ruïne over. De Veen had de winst voor het grijpen, maar hij zag spoken en liet de stelling in een toreneindspel verzanden. Ondanks de witte pluspion was dat bij correct spel objectief remise. Danniël trapte vervolgens in de enige truc die nog in de stelling zat. Het elementair gewonnen eindspel van koning en pion tegen koning was ondanks toegang tot de sleutelvelden echter niet aan zijn opponent besteed. De partij eindigde in pat.
Aldus eindigde de strijd in een voor ons enigszins acceptabele 5,5 – 2,5 nederlaag. Daarmee waren toeschouwers Nico Pol en Hans Sinnige blij, want hiermee zou Waalwijk 1 kampioen worden en promoveren. Er werd onder voortdurende verplaatsing nog flink aan partijen geanalyseerd. En schrijver dezes dronk gezellig nog wat en haalde Gentse avonturen op met Kien, waarbij een leuke Vlaamse serveerster van Cinecitta aan de stemming bijdroeg. Dat we na de zoveelste nederlaag gezellig met elkaar een Chinese maaltijd gingen nuttigen, komt mede op het conto van teamleider Bert-Jan Panjoel, die niet alleen op de hoogste borden veel punten binnen bracht, maar ook een optimistische sfeer wist te handhaven. Hulde daarvoor!
De Stukkenjagers 4 | De Drie Torens 2 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Leendert Pols | 1953 | - | Bert-Jan Panjoel | 1986 | 0 - 1 |
2 | Ron de Veen | 1918 | - | Danniel van Boxtel | 1914 | ½ - ½ |
3 | Patricia de Wit | 1974 | - | Ad Mutsaers | 1857 | 1 - 0 |
4 | Nies Rijnders | 1936 | - | Frank Schouten | 1793 | 1 - 0 |
5 | Hans van Iersel | 1924 | - | Jaap Postuma | 1829 | 1 - 0 |
6 | Guus Vermeulen | 1886 | - | Gerrit Visser | 1950 | 0 - 1 |
7 | Lex Karstens | 1877 | - | Elias Thijsse | 1828 | 1 - 0 |
8 | Kienfong Lie-Kwie | 1897 | - | Koen Gallé | 1649 | 1 - 0 |
1921 | 1851 | 5½-2½ |